De mythologie van een natie is vaak gevuld met bovennatuurlijke wezens, en de Hongaarse cultuur is geen uitzondering.

Hieronder de belangrijkste wezens van de Hongaarse mythologie.

De oude Hongaarse religie verdeelde de wereld in drie rijken. Mensen bevolkten de midden-wereld, naast mythische wezens. Daarnaast is er ook een bovenwereld van goede geesten en een lagere wereld van boze geesten. Net als in veel andere oude mythologieën, hangt de hele structuur van het universum af van de middelste laag.

ELFJES
Net als hun Keltische en Duitse tegenhangers, zijn Hongaarse elfjes ook verbluffend mooie vrouwelijke wezens die terugkerende personages zijn van volksverhalen. Hun Hongaarse naam (“tündér”) is waarschijnlijk afgeleid van de Hongaarse uitdrukking voor “verschijnen” (“feltűnik”) of “denkbeeldig” (“tünékeny”). Ze leven meestal op bovenaardse plaatsen, zoals onderwaterpaleizen. Sommige legendes beweren dat het eiland Csallóköz bevolkt werd door feeën. Het eiland Csallóköz ligt inmiddels in het Slowaakse deel van de Kleine Vlakte, ten noorden van de Donau, ten zuidoosten van Bratislava .

“SZÉPASSZONY”
De szépasszony (betekent “mooie dame” in het Hongaars) is vaak gerelateerd aan heksen. Zij zijn degenen die wachten op mensen die op de een of andere manier op een verboden plaats belanden en hen straffen voor hun nieuwsgierigheid. De volkstraditie beweert dat ze baby’s kidnappen, mannen verleiden en met de duivel slapen. Ze worden meestal kwaad afgebeeld, hoewel sommige oude Hongaarse mythen ze interpreteren als dienaren van ‘Aranyapa’ (‘De gouden vader’), de oppergod.

HEKSEN
Heksen zijn de tegenhangers van feeën: ze hebben ook magische vaardigheden, maar ze zijn oud, lelijk en slecht van aard. Er is een speciaal type heks in de Hongaarse mythologie genaamd “vasorrú bába” (“de heks met ijzeren neus”), die vaak op kinderen jaagt om haar slaaf te worden of tot maaltijd te zijn.

DRAKEN
Hongaarse draken verschillen van hun Chinese, Keltische of Duitse tegenhangers. Ze lijken vooral op de draken van de Balkan, als de demonen van het weer en veroorzaken fenomenen zoals sneeuwstormen. Er werd gezegd dat slangen en vissen draken worden als ze zeven jaar in de moerassen leven. De táltos (Hongaarse sjaman, priester(es) of ziener(es) ) moeten de draken in de spirituele sfeer verslaan. Een táltos wordt vaak in de wolken verbeeld om met draken te worstelen en slecht weer te verslaan.

GARABONCIDS
Een garaboncid lijkt erg op een táltos, maar wordt geboren met tanden en heeft magische krachten. Ze dwalen door het land en kloppen op de deuren van huizen met een boek in hun handen. Ze vragen meestal om melk en eieren. Als het huishouden melk heeft maar de garaboncid niets geeft, dan beginnen ze de bewoners te bedreigen. Ze beloven stormen en sneeuwstormen, of roepen een draak uit hun boeken en stijgen ermee op boven het dorp. De draak brengt verwoesting door de daken te laten instorten en bomen af ​​te breken. De enige manier om jezelf te verdedigen tegen een garaboncid is om een klok te luiden. Deze tovenaars kunnen zelfs vliegen met behulp van hun betoverde boeken. Als ze wat drakenvlees onder hun tong stoppen, zijn ze immuun voor de hitte van de zon.

Demonen
Demonen (Geesten) zijn complexe wezens, hoewel de folklore van de 20ste eeuw hen alleen als kwade demonen afschildert. Het zijn parasieten, die op de mensen zitten, depressieve gevoelens veroorzaken, ziektes verspreiden of hun bloed opzuigen. Er zijn twee soorten soorten: guta, die gerelateerd is aan woede; en fene, dat gerelateerd is aan bittere gevoelens.

“LÜDÉRC”
Hoewel de naam lijkt op “lidérc” (“Demoon”), is lüdérc een heel ander wezen. Het is een helpende geest die verschijnt in een vlammende vorm en een seksueel karakter heeft. Lüdérc is vaak mannelijk – maar kan ook vrouwelijk zijn – dat is in relatie tot het andere geslacht. Ze nemen vaak de vorm aan van een overleden verloofde of een geliefde uit het verleden.

“MARKOLÁB”
Markoláb is een enorm vliegend wezen dat hemellichamen consumeert. Het is vaak gerelateerd aan de zonsverduistering of de maan.

Naast deze hierboven genoemde wezens, zijn er ook mythische dieren in de Hongaarse cultuur. Deze omvatten de turul, de griffioen, het wonderhert (naar verluidt leidde een van deze de oude Hunnen en Hongaren naar het Karpatenbekken), en het witte paard met magische krachten.