Het Ottomaanse Rijk in Hongarije

Het Ottomaanse Rijk (In Hongarije de “Turkse bezetting” (Török hódoltság) genoemd) veroverde tussen 1541 – 1699 de hele Balkan en een groot deel van het Midden-Oosten. Ze kwamen tot aan de poorten van Wenen.

Het Ottomaanse Rijk was op dat moment de grootste staatkundige eenheid ter wereld. De bijna 50 miljoen onderdanen bewoonden een land dat zich uitstrekte van Algerije in het westen tot voorbij Bagdad in het oosten en van het huidige Jemen in het zuiden tot voorbij de Krim in het noorden.

Het door de burgeroorlog verzwakte Hongaarse leger werd op 29 augustus 1526 verslagen bij de slag bij Mohác door de troepen van sultan Süleyman I. Süleyman de Grote was de tiende sultan van het Ottomaanse Rijk. Hij werd vooral bekend vanwege de verovering van Bagdad in 1534. Dankzij deze gebeurtenis ging hij de geschiedenisboeken in als Süleyman de Grote en De grote Turk.

Meer dan 150 jaar zou het leeuwendeel van Hongarije onder Ottomaanse heerschappij staan.Grote stukken van Ottomaans Hongarije bleven onbewoond tijdens de Turkse overheersing en werden met wouden bedekt en er ontstonden ook vele moerassen.

Sultan Süleyman I die het Ottomaanse Rijk naar het hoogtepunt van zijn macht voerde, stierf in 1566 in Hongarije tijdens de slag om Szigetvár op 71-jarige leeftijd. Om het leger niet te ontmoedigen, werd zijn dood geheim gehouden. Zijn lichaam werd naar Istanbul gebracht, maar zijn organen werden in een gouden pot bijgezet in een marmeren tombe bij Szigetvár. De Turken wonnen de slag om Szigetvár nog wel, maar trokken zich vervolgens terug. 

Ruim een eeuw later verdreven de Habsburgers de Turken uit Hongarije en sloopten de tombe. Toen de Ottomaanse Turken terug-gedrongen waren, bleef een ontvolkt en verwoest zuidelijk deel van Hongarije over. Turkse gebouwen werden door de Habsburgers gesloopt en op een enkele voormalige moskee, een paar minaretten, een graftombe in Boedapest en wat badhuizen na, herinnert in Hongarije weinig aan anderhalve eeuw Turkse heerschappij. Wat nog wel te zien is zijn belangrijke monumenten die toeristische trekpleisters zijn geworden. In Pécs, waar het dak van de tot moskee omgebouwde kerk wordt gesierd door een kruis bovenop een halve maan, en ook in Szigetvár: de moskee, een Turks woonhuis en de burcht.

Inmiddels zijn de betrekkingen tussen beide landen goed. In 1995 werd in Szigetvár het Turks-Hongaarse vriendschapspark geopend, waar twee grote beelden van Suleiman en Zrinski broederlijk naast elkaar staan.