2003: Reisverhaal Ajka

Reisverhalen > AJKA en Eger

Zaterdag 2 augustus 2003: onderweg naar Hongarije. De aangekondigde files hebben we alvast niet gezien en ’s avonds bereiken we camping ‘Rotbrunn’ in Neukirchen von Wald, in de buurt van Passau. Een leuke camping aan een meertje. Het sanitair is verzorgd en de omgeving is lieflijk, alleen jammer van de vele wespen en het gebrek aan beschutting.

Zondag 3 augustus: we blijven een dagje in ‘Bayern'” en brengen een bezoek aan Passau, de stad van de drie rivieren met een zuiderse flair. ’s Namiddags maken we een wandeling in het Bayerse Wald.

Maandag 4 augustus: We rijden door naar Hongarije. We vermijden de drukke grensovergang aan Hegyeshalom of Sopron  maar volgen vanaf Wenen de autostrade richting Graz. Aan Pinkafeld eraf en zo via Sachsendorf de grens over richting Szombathely. Om 16u bereiken we de ‘Strandcamping’ in Ajka, 20 km ten noorden van het Balatonmeer. De infrastructuur van de camping is verouderd, maar alles is goed onderhouden en de sfeer is er zoals steeds hartelijk.

Dinsdag 5 augustus: vrienden van de Hongaars-Vlaamse vriendenkring komen reeds vele jaren naar Ajka en laten ons enkele leuke plekjes in de buurt zien: een molen, een ruïne, een wei met roofvogels.Verder bezoeken we de burcht van Nagyvászony en  als uitsmijter een prachtig uitzicht vanop de Káb-hegy (599 m).

Woensdag 6 augustus: we genieten in het zwembad van Sárvár. Dit schitterend complex is helemaal vernieuwd: een waterglijbaan, diverse bassins buiten en enkele warmwaterbaden.

Donderdag 7 augustus: Naar Veszprém; de buurt rond de burcht is echt de moeite met het standbeeld van István en Gizella en het zicht op de stad.

Vrijdag 8 augustus: de kristalfabriek in Ajka kan je enkel met een groep bezoeken, dus rijden we naar een kleinere fabriek in Halimba. Zo zien we de kristalblazers in actie. ’s Namiddags naar Zalaszantó. Hier bevindt zich het grootste Boeddhabeeld van Europa. De plaatselijke burgemeester bekeerde zich na een reis in Azië en zo werd met steun uit Korea een ‘Sztúpa’  en bijhorende tempel opgezet. Je moet dus niet naar Azië voor een kennismaking met deze religie want er is ook een vrijwilliger die de toeristen een introductie geeft in het Boeddhisme.

Zaterdag 9 augustus: het is marktdag en we doen enkele aankopen in het centrum. Alles is er nog betaalbaar maar je ziet toch evolutie. In tegenstelling tot vroeger moet je overal betalen om te kunnen parkeren. ’s Namiddags beklimmen we de Somlóberg, een heuvel van vulkanische oorsprong die als een molshoop in de vlakte ligt. Eenmaal boven heb je een prachtig zicht over de hele omgeving en overal zijn er  wijnvelden.

Zondag 10 augustus:  we rijden door naar Eger en kunnen er een week verblijven bij vrienden. We worden zeer hartelijk ontvangen en vergast op een typische Hongaarse maaltijd: gevulde kool! De gastvrijheid is wel bijzonder want deze mensen staan zelfs hun bed voor ons af. Ik bezit de basiskennis van het Hongaars maar het is wel meegenomen dat mevrouw en haar dochter Engels spreken.

Maandag 11 augustus: We maken een wandeling langs een beek die door de stad loopt en worden geïntroduceerd bij de familie. ’s Middags eten we paprikacsirke en gaan zwemmen in ‘Egerstrand’; er was een bubbelbad, waterfontein, thermaalbad enz. ’s Avonds komen er nog vrienden uit Budapest langs.

Dinsdag 12 augustus: we bezoeken het stadscentrum met o.a. de ‘Sterrenwacht’ recht tegenover de basiliek. Na de middag rijden we naar de Kékestetõ, het dak van Hongarije. De streek is ook beroemd om zijn houtsnijwerk en is er in Párad een heus kunstatelier te bezichtigen.

Woensdag 13 augustus: Naar Egerszalok,  het hete water en de bijhorende kalkberg bieden een spectaculaire aanblik. Toch wel bijzonder dat dit complex nog niet commercieel is uitgebaat…

Donderdag 14 augustus: onze gastheer kon een busje gebruiken en met de twee families rijden we naar Aggtelek. De weg daarheen is erg bochtig en sommigen moeten het met misselijkheid bekopen. We nemen de toegang in Jósvafó. Op die manier kunnen we ook de reuzenzaal bezoeken. Deze grotten behoren terecht tot het ‘werelderfgoed’ van de UNESCO;

Vrijdag 15 augustus: naar Szilvasvárad. Er zijn heel wat kleine winkeltjes die allerlei prullaria verkopen. Toch is er ook een sportzaak en ik slaag erin om een lekkere warme muts voor de winter te kopen. Daarna met het treintje naar boven. We zien de sluierwaterval maar worden getrakteerd op onze enige regenbui van de hele vakantie! We stappen in een bufé en nuttigen een portie ‘pistrang’ (forel). ’s Avonds gaan de kinderen nog paardrijden en nuttigen we nog vele glaasjes wijn in ‘Het dal van de schone vrouwen’.

Zaterdag 16 augustus: we doen nog wat inkopen in een warenhuis, te vergelijken met ‘Colruyt’ in België. We slaan natuurlijk onze voorraad drank in. ’s Middags zijn alle familieleden van de partij en we eten goulasj uit een ketel boven een vuurtje. Er is natuurlijk ook wijn, palinka en er wordt gezongen. Echt gezellig!

Zondag 17 augustus: We nemen afscheid van onze gasten en dat is op zijn minst emotioneel te noemen. We rijden door Boedapest, het is gelukkig zondag dus nog niet zó druk. We volgen de Donau en belanden op camping ‘Éden’ in de buurt van Komárom. Het grote toeristische seizoen is blijkbaar voorbij in Hongarije want de camping is slechts schaars bezet. We rijden nog eventjes tot op de brug in Komárom, vlakbij de Slovaakse grens. We hebben geen reispas dus kunnen we de grens niet over.

Maandag 18 augustus: naar Tata, een leuke stad met de enigste waterburcht in Hongarije. Je kan ook met een treintje een rondrit maken. ’s Middags gaan we naar het thermaalbad van Komárom; goedkoop maar toch nog wat verouderd.

Dinsdag 19 augustus: we staan vlak bij de Donau, dus de wind heeft hier vrij spel en ’s nachts moet de tent stevig vastgezet worden. We huren een bootje maar het is een hele heksentoer om van wal te steken. De Donau staat bijzonder laag en er is veel slib. Uiteindelijk bereiken we een eilandje en zwemmen in het heerlijke water. Morgen is het ‘Sint-István’ en er zijn in een naburig dorp reeds enkele festiviteiten met een optreden van majorettes, dans en muziek.

Woensdag 20 augustus: onze verblijf zit erop. We breken op en rijden door tot in Dechsendorf, dicht bij Nürnberg, onze jaarlijkse tussenstop op weg naar huis. De camping ligt vlak bij een meer en de uitbater kent ons nog van de vorige jaren.

Donderdag 21 augustus: de laatste etappe naar huis, moe van het urenlange rijden….                       ….maar toch tevreden over een bijzondere reis!

Szia!, Wim Horváth és család.wim.horvath@pandora.be

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *