Een Hongaarse notentaart (wat hebben die Hongaren toch met noten?). Hieronder het recept (auteur van het recept is mij onbekend)

Ingrediënten:

• 250 gr bloem
• 1/2 zakje bakpoeder
• 250 gr zachte boter/margarine
• 1 ei
• 50 gr rozijnen
• 2 appels
• 250 gr niet al te fijn gehakte walnoten (pecannoten kan ook)
• volle eetl cacao
• 1 theel kaneelpoeder
• 1 theel kruidnagelpoeder
• zakje vanillesuiker
• rum (voor het weken van de rozijnen)
• jam met redelijk wat vruchten

Bereiding:

1. Week de rozijnen in de rum (rozijnen uiteraard wassen).
2. Meng de bloem met de boter en het bakpoeder.
3. Doe ei, rum-rozijnen en suiker erbij.
4. Voeg 3/4 van de gehakte walnoten toe, evenals de vanillesuiker.
5. Alles goed mengen (deeghaken), maar niet te lang.
6. Laat het deeg een uurtje in de koelkast bijkomen van de vermoeienissen.
7. Doe het deeg in een met bakpapier beklede bakvorm (met boter insmeren).
8. Verdeel het mengsel gelijkmatig over de vorm en strijk het zo veel mogelijk glad.
9. Bedek het deegmengsel met een laagje jam (niet al te dik).
10. Schil de appels en snijd er mooie, dunne schijfjes of partjes van (1 à 2 mm dik).
11. Leg de appelschijfjes bovenop de jam en bestrooi het geheel gelijkmatig met de rest van de gehakte walnoten.
12. Dek het geheel af met aluminiumfolie en zet de taart op de onderste richel in de oven bij 175 gr Celsius.
13. Bak de taart in circa 60 minuten gaar; aluminiumfolie na een 1/2 uur verwijderen.
14. Als de taart nog warm is bestrooien met poedersuiker.

Opmerkingen:

1. Als je de taart als toetje eet, zorg dan dat je flink wat plaats overhoudt: de taart is nogal machtig.
2. In warme staat is de taart erg zacht. Koud is hij makkelijker in stukken te snijden.
3. De taart heeft iets weg van gevulde speculaas