Kaposvár

Plaatsen > Kaposvár

Kaposvár ligt in het veelzijdige natuurlandschap tussen Balaton en Dráva en is de hoofdstad van de provincie Somogy.

Sinds 1967 is Kaposvar bekend geworden door de ontdekking van een thermale bron met, volgens de Hongaren, geneeskrachtig water. Twee bronnen brengen het water van 51 en 53 oC vanaf een diepte van 1000 en 1084 meter diepte. Het bad (Városi Fürdõ) ligt slechts 10 tot 15 minuten vanaf het centrum van de stad, 7400 Kaposvár, Csík Ferenc sétány 1, op een grondgebied van 50.000 m2. Het binnenbad en thermaalbad zijn het gehele jaar geopend, het zwembad buiten van 15 mei tot 31 september.

U kunt met de auto, bus of trein gemakkelijk bij het thermaal bad komen. In totaal zijn er 13 baden, zowel binnen als buiten met een totale wateroppervlakte van 320 m2. De watertemperatuur van de baden is 26 tot 39 oC. Het water bevat onder andere: Alkali, Chloride, Waterstofcarbonaat, Fluor, Jodium en Broom. Er zijn 3 thermaal baden (37 – 41 C), 1 overdekt zwembad (24 C), 1 bad met koud water (14 C), 1 trainingsbad (32 C), 2 open lucht zwembaden (23 C), 1 duik-bad (26 C), 3 kinderbaden (27-28 C) en 8 kuip-baden. U kunt er lekker ontspannen of meedoen met gymnastiek onder water. Ook kun je je laten masseren door een onderwaterstraal of masseur, u kunt naar de sauna, kapper en pedicure. Uiteraard kunt u er ook het een en ander eten en drinken. Openingstijden van het thermaal bad: Maandag en donderdag: Gesloten, Dinsdag t/m Zondag 9.00-19.00. het openlucht bad is van 15 mei tot 31 Augustus open van 6.00 tot 21.00 uur.

Varoshaza De beroemdste inwoner van Kaposvár was de impressionistische schilder József Rippl Rónai (1861 – 1927) naar wie tot voor kort het plaatselijk museum was genoemd. Het Somogyi Múzeum (de nieuwe naam) omvat enkele verspreid liggende gebouwen. Aan het Rippl Rónai tér (ingang Múzeum utca) in het oudste deel van de stad worden in een voormalige gevangenis (1828) resten bewaard van de benedictijnse abdij van Somogyvár en andere vondsten uit de provincie. Verder kunt u zien op welk een hoog peil het eertijds befaamde houtsnijwerk van de herders van Somogy stond. Het museum (open: 10-18 u) vormt één geheel met de plaatselijke galerie (Fö utca 12), het apotheekmuseum (aan de overzijde) en het voormalige provinciehuis waarvan de hoofdingang aan dezelfde verkeersvrije straat ligt (nr. 10).

Het oude provinciehuis heeft een prachtige ontvangstzaal met een caissonplafond. Het huis op nr. 1 staat bekend als het Dorottya-ház (eind l8de-eeuw); het is een herinnering aan het gedicht ‘Dorottya’ van de lyricus Mihály Csokonai Vitéz (1773-1805) die vaak in Kaposvár verbleef. Op nr. 31 toont een particuliere verzamelaar zijn exotische reptielen (9-18 uur). Het woonhuis van Rippl op de heuvel Rómahegy aan de zuidoostelijke rand van de stad (Lontai utca) is eveneens als museum ingericht. Bij een grondige restauratie werd niet alleen het barokke uiterlijk van het gebouw flink gewijzigd, maar is ook de originele inrichting ten tijde van het verblijf van de schilder hersteld. De meeste werken zijn van het streekmuseum naar hier overgebracht.

Aan de oostzijde van de stad (bereikbaar via de weg die evenwijdig loopt aan de weg naar Dombóvár, echter aan de andere kant van de rivier Kapos) liggen de ruïnes van de benedictijnse abdij van ZseIicszentjakab die in 1061 werd gesticht. Bij de bouw is gebruik ge maakt van resten van een vroegchristelijke kerk.

Ten zuidwesten van Kaposvár ligt Szenna (750 inw.) dat een klein maar interessant openluchtmuseum heeft met boerderijen en bijgebouwen uit de naaste omgeving (open: april-okt. van 10-18 u, de rest van het jaar 10-14 u). Het is ontstaan rond de nog in gebruik zijnde hervormde kerk van 1785 waarvan de zoldering bestaat uit 117 beschilderde caissons. Hier en in Csököly wordt volkskunst van een goede kwaliteit vervaardigd.

De weg naar Szenna loopt uiteindelijk dood aan de rand van het natuurreservaat Zselici tájvédelmi körzet dat alleen te voet bereikbaar is. Er komen vrij zeldzame plantensoorten voor en de watervogels die de kleine vijvertjes bevolken, krijgen gezelschap van trekkende soortgenoten.

De tweede stad in het dal dat de Somogy-heuvels scheidt van het Mecsek, is Dombóvár (19.500. inw.). Meer dan een barokke kerk aan de zuidzijde van het industriestadje (1757) is hier niet te zien; de historische betekenis van de stad ligt in de oudheidkundige vondsten die hier gedaan zijn en wijzen op bewoning van het heuvelland en het dal in zeer vroege tijden.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *