Volkslied Hongarije

Thema’s > Volkslied Hongarije

De wedstrijd waarin componisten werden uitgedaagd een Hongaars volkslied te componeren, werd in 1844 gewonnen door Ferenc Erkel. Hij was een van de bekendste Hongaarse componisten van de 19de eeuw.  De tekst is ontleend aan een ouder gedicht (1823) van Ferenc Kölcsey, dat voor het eerst in 1828 verscheen onder de titel Himnusz. Het gedicht brengt de roerige geschiedenis van Hongarije, waarbij de Hongaren veel te verduren hebben gehad, in herinnering. Het lied werd in 1844 voor het eerst gezongen in het Nationale Theater in Pest, maar het werd pas in 1903 officieel tot het volkslied van Hongarije uitgeroepen. Himnusz bestaat eigenlijk uit acht coupletten, maar meestal wordt bij officiële gelegenheden alleen het eerste ten gehore gebracht.

Himnusz

Isten, áld meg a magyart Jó kedvvel,  boséggel, Nyújts feléje védo kart, Ha küzd ellenséggel; Bal sors akit régen tép, Hozz reá víg esztendot, Megbünhödte már e nép A multat s jövendot! 

God, zegen de Hongaren Met vrolijkheid en voorspoed! Reik hen Uw helpende hand Als zij tegen de vijand vechten. Laat het lot, hun zo lang slecht gezind, Hen gelukkige jaren schenken. Het leed dat dit volk heeft doorstaan Verzacht alle zonden die het heeft begaan.

Őseinket felhozád Kárpát szent bércére, Általad nyert szép hazát Bendegúznak vére. S merre zúgnak habjai Tiszának, Dunának, Árpád hős magzatjai Felvirágozának

U bracht onze vaders naar de Heilige Karpaten heuvels. Wij danken U voor dit mooie Land vanaf die tijd dat Bendeguz zijn Leven voor ons gaf. En waar wij het schuim der golven horen Van de Tisza en de Donau Daar kwamen de wortels van Arpad tot bloei

Értünk Kunság mezein Ért kalászt lengettél, Tokaj szőlővesszein Nektárt csepegtettél. Zászlónk gyakran plántálád Vad török sáncára, S nyögte Mátyás bús hadát Bécsnek büszke vára.

U zwaaide rijpe aren voor ons Op de velden van Kunsag U druppelde nectar voor ons Van Tokajs druivenstokken. U plantte onze vlag vaak bij De verschansing van de wilde Turken. U liet Matyas de burcht van Wenen overwinnen.

Hajh, de bűneink miatt Gyúlt harag kebledben, S elsújtád villámidat Dörgő fellegedben, Most rabló mongol nyilát Zúgattad felettünk, Majd töröktől rabigát Vállainkra vettünk.

Wegens onze misdaden Heerst er woede in Uw hart. U zou bliksems willen neerslaan Uit Uw donderende wolken. U ruiste pijlen boven ons Van Mongoolse dieven. Daarna namen wij de slavernij van De Turken over.

Hányszor zengett ajkain Ozman vad népének Vert hadunk csonthalmain Győzedelmi ének! Hányszor támadt tenfiad Szép hazám kebledre, S lettél magzatod miatt Magzatod hamvedre! 

Hoevaak liet het volk van de wilde Ottomanen Hun overwinnende zang horen, Op de skeletten van ons verwoeste leger! Hoevaak heeft mijn vaderland Op U geleund, En zo wordt U wegens Uw zonen, Uw zonens begraafplaats!

Bújt az üldözött s felé Kard nyúl barlangjában, Szerte nézett s nem lelé Honját a hazában, Bércre hág és völgybe száll, Bú s kétség mellette, Vérözön lábainál, S lángtenger fölötte.

De gejaagde hield zich verstopt in zijn grot. Met het zwaard op hem gericht, Keek hij om zich heen, Maar kon zijn vaderland nergens herkennen. Bergop en bergaf, met verdriet en twijfel, Bloedbad en vuurzee rondom hem

Vár állott, most kőhalom, Kedv és öröm röpkedtek, Halálhörgés, siralom Zajlik már helyettek. S ah, szabadság nem virúl A holtnak véréből, Kínzó rabság könnye hull Árvánk hő szeméből!

Ooit een burcht, nu steenhoop. Goedgezind en vrolijkheid, nu Ellende en gejammer. Van het bloed van een dode zal Vrijheid niet bloeien. Tranen van kwellende slavernij vallen Uit de ogen van onze held!

Szánd meg isten a magyart Kit vészek hányának, Nyújts feléje védő kart Tengerén kínjának. Bal sors akit régen tép, Hozz rá víg esztendőt, Megbünhödte már e nép A multat s jövendőt!

God, zegen de Hongaren Met vrolijkheid en voorspoed! Reik hen Uw helpende hand Als zij tegen de vijand vechten. Laat het lot, hun zo lang slecht gezind, Hen gelukkige, goede jaren schenken. Het leed dat dit volk heeft doorstaan Verzacht alle zonden die het heeft begaan

Vertaling met medewerking van Magda Van Damme (B) en R. Lencses (NL).

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *